fbpx

Afgelopen maandag (16 dec ’24) kreeg HAVAS een beursnotering in Amsterdam. HAVAS N.V. is een Frans reclame- en marketingbureau. Juridisch is het bedrijf in Nederland gevestigd, maar het hoofdkantoor staat in Puteaux.

Ieder jaar komen er bedrijven bij met een beursnotering, maar er verdwijnen er soms ook een paar. Maar hoeveel zijn dat er in Amsterdam? Het waren er dit jaar vier, net als in 2023 en 2022. In 2021 waren het er 29! Hoe dat zit vertelt Euronext CEO René van Vlerken in een interview met Peter de Waard. Dit interview werd op 10 december gepubliceerd in de Volkskrant en is hieronder terug te lezen. Peter de Waard is journalist en columnist van de Volkskrant, gespecialiseerd in financieel-economische onderwerpen.

19 december 2024

Interview met Euronext CEO René van Vlerken

De Amsterdamse beurs wil meer Nederlandse bedrijven aantrekken: ‘De nieuwe ASML’s als je het zo wil noemen’

De aandelenbeurs speelt een sleutelrol in de concurrentieslag van het bedrijfsleven. Maar in Amsterdam loopt het aantal noteringen van Nederlandse bedrijven terug. Als nieuwe directeur van Euronext Amsterdam staat René van Vlerken voor de taak het tij te keren. René van Vlerken maakt al 25 jaar deel uit van wat hij het financiële ecosysteem van Amsterdam noemt. Sinds 1 september is hij de directeur van Euronext Amsterdam, de alleroudste effectenbeurs van de wereld die al langere tijd kampt met een terugloop van genoteerde Nederlandse bedrijven. Vanwege de vele verplichtingen zijn er in dit land minder bedrijven die trek hebben in een beursgang. Dit jaar zijn drie nieuwe bedrijven naar Euronext in Amsterdam gekomen. Met het mediabedrijf Havas, een spin-off van het Franse conglomeraat Vivendi, staat er nog een op de rol. Vorig jaar waren het er ook vier, in 2022 zeven en in 2021 – op het hoogtepunt van de Spacs-hype (lege beurshulzen) – nog liefst 29.

Wijken niet heel veel bedrijven in Europa uit naar de VS?

‘Dat zien wij nog niet zo massaal gebeuren. Soms doen bedrijven uit Europa dat vanwege de commerciële strategie. Er zijn bedrijven die zich nu eenmaal heel erg op de Amerikaanse markt richten. En er zijn bedrijven die daarvoor kiezen, omdat ze zien dat er in de VS een grotere bereidheid is om in hun sector te investeren. Maar het is juridisch ingewikkeld om van een Nederlandse NV een Amerikaanse Inc. te worden. Dat kost veel moeite en energie en is daardoor kostbaar.’

Er zijn toch nogal wat voorbeelden van bedrijven, zoals NXP, die voor de beursnotering liever voor de Nasdaq in New York kiezen.

‘Daar zijn twee redenen voor. De ene reden is de liquiditeit. De tweede is de waardering van een bedrijf. En die staan dicht bij elkaar. Als er veel liquiditeit is – veel vraag en aanbod in een bepaald fonds – dan stijgt meestal ook de waardering. Het is bekend dat voor bedrijven in de biotech, medische technologie en deep tech Amerikaanse investeerders meer risico durven te nemen en die aandelen sneller kopen. Amerikanen zijn daarin wat opportunistischer.’

Kun je daar wat tegen doen? Je kunt het karakter van beleggers niet veranderen.

‘De Amerikaanse kapitaalmarkt is een stuk groter dan de Europese. En daarom pleiten we als Euronext voor een geharmoniseerde Europese kapitaalmarkt met dezelfde regels, waardoor je qua liquiditeit veel beter kunt concurreren met de Amerikaanse beurzen. Wij hebben onderzoek gedaan naar de waardering van Europese bedrijven in de VS – vooral bedrijven met een marktkapitalisatie onder de 2 miljard euro. Daaronder vallen de meeste start-ups en scale-ups. En dan blijkt dat die waardering niet hoger is dan die van soortgeliIntussen krijgt de AEX – de belangrijkste graadmeter van Euronext in Amsterdam en misschien ook wel de barometer van de Nederlandse economie – een steeds exotischer karakter. Er staan minder bedrijven in die ook daadwerkelijk iets maken of diensten verlenen in Nederland.

‘Maar de AEX is juist daardoor een heel goede weerspiegeling van de Nederlandse economie’, zegt Van Vlerken. ‘Wij zijn altijd heel internationaal actief geweest – van de VOC in de Gouden Eeuw tot de Russische spoorwegaandelen aan het einde van de 19de eeuw en de ‘Amerikaantjes’ (Amerikaanse aandelen, red.) aan het begin van de vorige eeuw.

‘Dat neemt niet weg dat we ervoor moeten zorgen dat binnen de AEX voldoende Nederlandse bedrijven vertegenwoordigd zijn. Daar gaan we voor. We kijken vooral naar bedrijven die kans hebben om in de toekomst in die AEX opgenomen te worden. De nieuwe ASML’s als je het zo wilt noemen. Bedrijven die zich heel goed via een beurs kunnen financieren. Dat doe je door te zorgen dat er voldoende binnenlands kapitaal beschikbaar is. Want daar ga je de beurs voor op. Daarnaast moet je geen hoge drempels creëren voor een beursnotering qua wet- en regelgeving, documentatieverplichtingen en ga zo maar door. Gelukkig is er in Europa een nieuwe noteringswet waardoor de regels zijn versoepeld.’

Wat is versoepeld?

‘Nou, onder meer de vereisten voor de vrije verhandelbaarheid. Op het moment dat je naar de beurs gaat, hoef je niet meer minimaal 25 procent van de aandelen vrij verhandelbaar te maken. Er kan met 10 procent worden volstaan. Dat betekent dat 90 procent van de aandelen in vaste handen kan blijven. Er zijn ook bepaalde vrijstellingen gekomen voor de verplichting om een prospectus te publiceren. Er is ook een taak voor de banken. Die moeten de research doen, zodat de beleggers weten wat ze kopen. Research creëert aandacht en aandacht creëert liquiditeit.’

Unilever wil de ijsdivisie afsplitsen. Is dat geen mooi fonds voor Amsterdam?

‘Het zou heel mooi zijn als Unilever Ice een notering krijgt op Euronext Amsterdam. Maar de status van dat plan ken ik niet. Je kunt ervan uitgaan dat we niet achteroverleunen. Het zou mooi zijn als dit bedrijf in Nederland kan blijven.’

Een van de problemen is dat veel particuliere beleggers zich afwenden van aandelen en liever kiezen voor speculatievere producten als bitcoins. Of dat ze zich in plaats van op Nederlandse fondsen richten op Amerikaanse zoals Tesla en Nvidia. U heeft ook de particuliere belegger nodig.

‘Dat zien we ook. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Het streven is om de particuliere belegger weer te interesseren in Europese bedrijven. Dat kun je op een aantal manieren doen. Je kunt particulieren een korting geven op de belasting die ze moeten betalen over hun rendement op aandelen. Daar zijn in Europa zeker gedachten over. Ook educatie is belangrijk. Scholieren en studenten moeten eerder kennis kunnen maken met de beurs. Daarom heropenen we hier op Beursplein 5 weer onze AEX-experience – een expositie over de geschiedenis van de beurs, maar ook een interactieve ervaring van hoe de handel werkt.’

Wat is nu het aandeel van de particuliere belegger?

‘Bij de kleine fondsen – de small caps – is dat 30 à 40 procent. Bij de grote AEX-fondsen tussen 5 en 10 procent.’

U bent nu de ceo van Euronext in Amsterdam. Maar u bent ook bestuurder van Euronext NV, de overkoepelende organisatie van zeven Europese beurzen, waaronder grote als die van Parijs en Milaan. Wat is belangrijker?

‘Goede vraag. Ik denk niet dat er een verschil tussen beide zit. Ik vecht echt voor de beurs van Amsterdam en het Nederlandse bedrijfsleven. Maar ik geloof ook heilig in het Europese project. Het succes van Amsterdam wordt mede bepaald door Euronext en Amsterdam bepaalt mede het succes van Euronext. We hebben elkaar hard nodig.’

Op dit moment is de trend dat landen weer alleen naar hun eigen belangen kijken. Europa komt op de tweede plaats.

‘Dat zou jammer zijn. Ik wijs maar naar het rapport van Draghi. Europa kan de concurrentie met de VS en China alleen overleven als de landen samenwerken. Dus meer de blik op Europa dan op Nederland. Als zeven beurzen van Euronext hebben we een grote liquiditeitspool gecreëerd. Daarmee moeten we verder.’jke bedrijven op de Europese beurzen. Dat komt doordat Amerikaanse investeerders toch de voorkeur geven aan bedrijven uit hun eigen land. Dus als je denkt als Nederlands midkapfonds een hogere waardering te krijgen in de VS, dan kom je van een koude kermis thuis.’

 

BeleggerUitlegger bedankt Peter de Waard en de Volkskrant voor het ter beschikking stellen van dit artikel.

Leestip:

Het boek ‘Alles moet weg’ van Peter de Waard.

“Alles moet weg! schildert de lotgevallen van 25 winkelketens die opkwamen, de consumenten betoverden met een gouden formule en inmiddels weer ter ziele zijn gegaan. Vele jaren waren zij een vertrouwd gezicht in de winkelstraat, waar iedereen naar binnen liep. Inmiddels hebben ze plaatsgemaakt voor koffiecorners, broodjeszaken, nagelstudio’s en fitnesscentra.”