Een historische verandering voor de AEX
Wat zijn de valkuilen en kansen van de FIRE methode?
Albert Siepel Head of Index Product Management at EuronextLater als je groot bent ga je sparen voor je pensioen of ga je pensioensparen? Ja, daar zit een verschil in. Iris van Hees legt uit wat het verschil is tussen deze termen. Zij is Pensioenadviseur bij &Gommer Pensions Group.
De termen sparen voor je pensioen en pensioensparen worden vaak door elkaar gebruikt. En ze lijken ook erg op elkaar. Maar toch zit er wel een verschil tussen. En het is niet alleen theorie, want het maakt ook echt uit op welke manier je spaart voor je pensioen.
Sparen voor je pensioen is het op wat voor manier dan ook vormen van een inkomensvoorziening voor je oude dag. Hier zijn veel verschillende manieren voor. Dit kan je doen door geld te sparen op een bankrekening. Je kan je geld vastzetten in een deposito. Je kan gaan beleggen en het behaalde rendement ook weer beleggen.
Al deze vormen van sparen hebben een groot voordeel. Je kunt altijd over je eigen geld beschikken. Maar misschien is dat tegelijk ook wel een nadeel. Want als je niet veel spaardiscipline hebt, kun je dus je geld ook weer aan andere dingen besteden dan aan je pensioen.
Verder moet je er rekening mee houden dat je over je spaargeld belasting betaalt. Je betaalt box 3 heffing. Je betaalt 36% belasting over het rendement dat je op je geld maakt. Op dit moment is dat rendement nog fictief (dus een vast percentage) maar vanaf 2027 betaal je deze belasting over het werkelijke rendement dat je behaalt. Door deze belasting groeit je geld minder snel aan.
Een andere manier om te sparen voor je pensioen is pensioensparen. Pensioensparen kan via je werkgever of in privé.
De meeste werkgevers bieden hun werknemers een pensioenregeling aan. In de pensioenregeling bouw je dan een pensioen op. In veel regelingen is het ook mogelijk om nog een extra bedrag in te leggen. Zo kun je nog extra pensioensparen. Het voordeel van pensioensparen is dat je over de inleg geen loonbelasting betaalt. Je betaalt pas belasting over de uitkering. En mensen die met pensioen zijn, hebben een lager belastingtarief. Er is dus een belastingvoordeel te behalen. En je vermogen is ook niet belast in box 3. Dus het rendement is onbelast. Een dubbel belastingvoordeel.
Je kunt je pensioengeld niet eerder gebruiken voor andere doelen. Dat is dus een nadeel, mocht je het geld eerder nodig hebben. Maar tegelijk ook een voordeel, want je weet zeker dat je later je gespaarde pensioen nog hebt.
In privé kun je ook pensioensparen. Pensioensparen in privé noemen we een lijfrente.
Bij een lijfrente werkt het eigenlijk hetzelfde als bij pensioensparen via je werkgever. Het belangrijkste verschil is dat bij pensioensparen via je werkgever hij de premie betaalt en bij een lijfrente betaal jij zelf de premie. De premie die je zelf betaalt is dus ook aftrekbaar, maar dat moet je wel zelf regelen via de belastingaangifte.
Je kunt dus op vele manieren sparen voor je pensioen. Eén van die manieren omdat te doen is pensioensparen. Pensioensparen is het meest aantrekkelijk, omdat het door het dubbele belastingvoordeel veel meer oplevert dan gewoon voor je pensioen sparen. Maar gewoon sparen voor je pensioen is wel flexibeler en geeft je meer vrijheid. Een combinatie van beiden is dan misschien ook wel het beste.